Het boek ‘Erwtensoep in Biak, rijst op de Veluwe en nog wat’ is geschreven door een van onze leden, TLNTMARNS KMR bd Leo Willeboordse (ARO 18). Een laat debuut, voorzien van de ons bekende ‘Mariniers’ ironie, humor en anekdotes, voert Leo ons mee van zijn kindertijd in Den Haag in de oorlog naar een klein eiland in de Zee van Ceram.
Wie is TLNTMARNS KMR bd Leo Willeboordse? Een korte introductie:
Geboren in 1938 in Den Haag en woont tegenwoordig in Ierland, diende als dienstplichtige (ARO) van september 1959 tot en met november 1961 bij het Korps Mariniers.
Waarom ging Leo bij het Korps?
De essentie van wat voor mij belangrijk was in het Korps, heb ik geleerd in WO II, in de ‘Hongerwinter’. Toen de oorlog in mei 1945 eindigde met de bevrijding van het Westen van Nederland, woonde ik in Den Haag en was toen zeven jaar oud. In die laatste winter waren in ons gebied ruim 20.000 mensen gecrepeerd door ontberingen; gebrek aan voedsel gepaard met de niets ontziende kou.
“Zonder dat ik het mij toen realiseerde, zonder dat ik het mij toen kón realiseren, had ik in die winter de beste ‘vooroefening’ gehad voor het later dienen bij het Korps Mariniers.”
Je zat binnen met je buitenkleding aan. Muts op, das om, winterjas aan, en je probeerde wat warmte op te vangen van het Majo-kacheltje dat weinig brandstof nodig had. Kolen of hout waren er niet. Zoals ik in mijn boek schrijf, als er ergens door volwassenen illegaal een boom werd omgezaagd, ontstond er een soort razernij van koortsachtig zagen en hakken en werd er door ons rondschuimende kinderen gevochten om ‘de kruimels’ voor in ‘de Majo’. Alle nutsvoorzieningen lagen plat. Er kwam nog water uit de kraan, als je die open draaide, maar dat was het dan ook. Geen elektra, geen openbaar vervoer, geen vuilophaaldienst. Die winter was een aaneenschakeling van afzien en improviseren. En dat is, als het er op aan komt, waar het Korps om de hoek komt kijken. Zonder dat ik het mij toen realiseerde, zonder dat ik het mij toen kón realiseren, had ik in die winter de beste ‘vooroefening’ gehad voor het later dienen bij het Korps Mariniers.
Dat bleek maar al te goed toen ik ook daadwerkelijk diende; afzien, improviseren en doorgaan tot de dood erop volgt; vooral in de weinig vergevende jungle van Nieuw-Guinea. En nog veel later bij het deer stalken in ’the rugged hills of the forgotten County Donegal’, waar ik in 2000 neerstreek.
Waar gaat het boek over?
Leo tekende bij om naar Nieuw-Guinea te kunnen gaan waar hij als commandant van een mortiersectie deel uit maakte van het Commando Mariniers Nederlands Nieuw-Guinea. De onenigheid tussen Nederland en Indonesië over dit betwiste gebied zou de geschiedenis in gaan als ‘de kwestie Nieuw-Guinea’. En passant laat hij ons kennis maken met de opmerkelijke veranderingen binnen Korps en samenleving gedurende de laatste zestig jaar. De schrijver vraagt zich daarnaast af of de oorspronkelijke bewoner van Nieuw-Guinea, de Papoea, gezien de staat waarin hij nu verkeert, niet beter onontdekt had kunnen blijven.
Bestellen
Je kunt het boek bestellen bij o.a. de Boekenbestellen.nl, Bruna.nl en Bol.com en andere boekhandels.
Het boek kost € 29,95.
Een mooie aanwinst in jouw bibliotheek als je meer wilt weten over hoe het ‘vroegah’ (vroeger op zijn Haags) bij het Korps was.